Übersetzungen für arts im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

arts <arts|en> [ɑrts] SUBST m

arts

Arzt m

het bezoek aan de arts

der Besuch beim Arzt

een dienstdoend arts

ein Bereitschaftsarzt

de officieel erkende arts

der approbierte Arzt

van [o. door ] een arts

ärztlich

Beispielsätze für arts

zich voor arts uitgeven

sich als Arzt ausgeben

de officieel erkende arts

der approbierte Arzt

het beroep van arts

der Beruf eines Arztes

zich (als arts) vestigen

sich (als Arzt) niederlassen

een kundig arts

ein erfahrener Arzt

een arts ontbieden

einen Arzt herbeirufen [o. kommen lassen]

een dienstdoend arts

ein Bereitschaftsarzt

een vrouwelijke arts

eine Ärztin

van baan/arts veranderen

die Stelle/den Arzt wechseln

van [o. door ] een arts

ärztlich

het bezoek aan de arts

der Besuch beim Arzt

op aanbeveling van een arts

auf Anraten eines Arztes

de particuliere patiënten van een arts

die Privatpatienten eines Arztes

de arts adviseerde een nieuwe behandeling

der Arzt riet zu einer neuen Behandlung