Übersetzungen für „begrepen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

be·gre·pen VERB

1. begrepen 3. Pers Pl Imperf van begrijpen

2. begrepen volt. deelw. van begrijpen

Siehe auch: begrijpen

be·grij·pen <begreep, h. begrepen> [bəɣrɛipə(n)] VERB trans

1. begrijpen (met het verstand bevatten):

begrijpen

verstehen

begrijpen

begreifen

elkaar goed begrijpen

sich gut verstehen

2. begrijpen (omvatten):

begrijpen

enthalten

begrijpen

einschließen

begrijpen

beinhalten

de onkosten zijn eronder begrepen

die Unkosten sind dabei inbegriffen

ik heb het daarop niet begrepen (vertrouw het niet)

das ist mir nicht geheuer

ik heb het daarop niet begrepen (ben er niet kapot van)

ich halte nicht viel davon

Beispielsätze für begrepen

de onkosten zijn eronder begrepen

die Unkosten sind dabei inbegriffen

de kosten zijn daaronder begrepen

die Kosten sind mit einbegriffen

ik heb het daarop niet begrepen (vertrouw het niet)

das ist mir nicht geheuer