Übersetzungen für „getuige“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ge·tui·ge¹ <getuige|n> [ɣətœyɣə] SUBST m

getuige

Zeuge m

iem als getuige oproepen

jdn als Zeugen aufrufen

getuigen bij een huwelijk

Trauzeugen Pl

een getuige ondervragen/aanhoren

einen Zeugen vernehmen/hören

een stille getuige (van een misdaad) übtr

ein stummer Zeuge (eines Verbrechens)

iem tot getuige nemen

jdn als Zeugen anrufen

ge·tui·ge² <getuige|n> [ɣətœyɣə] SUBST nt

getuige

Zeugnis nt

iem van goede getuigen voorzien

jdm eine gutes Zeugnis ausstellen

ge·tui·ge³ [ɣətœyɣə] PRÄP

getuige

aufgrund

getuige

auf Grund

getuige

wie … beweist

getuige het resultaat heeft zij zich veel moeite getroost

sie hat sich viel Mühe gegeben, wie das Resultat beweist

Beispielsätze für getuige

beëdigd getuige

ein vereidigter Zeuge

de getuige à charge jur.

der Belastungszeuge

iem als getuige oproepen

jdn als Zeugen aufrufen

iem tot getuige nemen

jdn als Zeugen anrufen

de getuige onder ede

der vereidigte Zeuge

de getuige à decharge

der Entlastungszeuge

een getuige ondervragen/aanhoren

einen Zeugen vernehmen/hören

een stille getuige

ein stummer Zeuge

een getuige wraken

einen Zeugen ablehnen

een stille getuige (van een misdaad) übtr

ein stummer Zeuge (eines Verbrechens)

ik kom hier in de hoedanigheid van getuige

ich komme hierher in der Eigenschaft als Zeuge

getuige het resultaat heeft zij zich veel moeite getroost

sie hat sich viel Mühe gegeben, wie das Resultat beweist