Übersetzungen für „kunstschaffend“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

kunst·schaats <kunstschaats|en> [kʏnstsxats] SUBST f

kunstschaats

Eiskunstlaufschlittschuh m

kunst·schil·der <kunstschilder|s> [kʏnstsxɪldər] SUBST m

kunstschilder

Kunstmaler m

kunstschilder

Maler m

kunst·ge·schie·de·nis <kunstgeschiedenis|sen> [kʏnstxəsxidənɪs] SUBST f

kunstgeschiedenis

Kunstgeschichte f

kunst·stof [kʏnstɔf] ADJ

kunststof

aus Kunststoff

kunststof

Kunststoff-

kunst·been <kunst|benen> [kʏnstben] SUBST nt

kunstbeen

künstliche(s) Bein nt

kunstbeen

Beinprothese f

kunst·maan <kunst|manen> [kʏnstman] SUBST f

kunstmaan

künstliche(r) Mond m

kunstmaan

Satellit m

kun·sten·ma·ker <kunstenmaker|s> [kʏnstə(n)makər] SUBST m

1. kunstenmaker:

kunstenmaker (acrobaat)

Akrobat m

kunstenmaker (goochelaar)

Zauberkünstler m

2. kunstenmaker (fratsenmaker):

kunstenmaker

Firlefanz m

je bent een kunstenmaker!

du hast nur Flausen im Kopf!

kun·ste·na·res <kunstenares|sen> [kʏnstənarɛs] SUBST f

kunstenares weibliche Form von kunstenaar

Siehe auch: kunstenaar

kun·ste·naar <kunstenaar|s> [kʏnstənar] SUBST m

kunstenaar

Künstler m

beeldend kunstenaar

bildende(r) Künstler m