Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „omleggen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

om·leg·gen <legde om, h. omgelegd> [ɔmlɛɣə(n)] VERB trans

1. omleggen (om iets heen leggen):

omleggen
omleggen
legen um +Akk
iem een verband omleggen

2. omleggen (andersom leggen):

omleggen
omleggen
omleggen
een boot omleggen
een kaart omleggen
een zieke omleggen

3. omleggen ((vaar)wegen):

omleggen

4. omleggen (van ligging laten verwisselen):

omleggen
omleggen

5. omleggen:

omleggen (grond)
omleggen (spitten)

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski