Niederländisch » Deutsch

ver·vreemd·baar [vərvremdbar] ADJ

on·ver·breek·baar ADJ

onverbreekbaar → onverbrekelijk

Siehe auch: onverbrekelijk

ver·vreem·ding <vervreemding|en> [vərvremdɪŋ] SUBST f

1. vervreemding (het vreemd worden aan):

2. vervreemding (toneel):

ver·vreem·den1 <vervreemdde, i. vervreemd> [vərvremdə(n)] VERB intr


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski