Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „opvolgen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

op·vol·gen <volgde op, h. opgevolgd> [ɔpfɔlɣə(n)] VERB trans

1. opvolgen (volgen):

opvolgen
folgen +Dat

2. opvolgen (ambt, kroon):

opvolgen
nachfolgen +Dat
opvolgen
folgen +Dat
iem opvolgen

3. opvolgen (nakomen):

opvolgen
gehorchen +Dat
opvolgen
opvolgen
folgen +Dat
opvolgen
nachkommen +Dat
opvolgen
Folge leisten +Dat
een bevel/een raad opvolgen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski