Übersetzungen für „preistreiber“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

mei·streel SUBST m

meistreel → minstreel

Siehe auch: minstreel

min·streel <min|strelen> [mɪnstrel] SUBST m

minstreel

Minstrel m

minstreel

Spielmann m

brei·steek <brei|steken> [brɛɪstek] SUBST m

breisteek

Strickmasche f

breisteek

Masche f

re·gis·tre·ren <registreerde, h. geregistreerd> [reɣistrerə(n)] VERB trans

registreren

registrieren

registreren (personen)

erfassen

registreren (op een lijst zetten)

eintragen

registreren (op film, magneetband)

aufzeichnen

pre·his·to·risch [prehɪstoris] ADJ

prehistorisch

prähistorisch

prehistorisch

vorgeschichtlich

ex·pres·trein <exprestrein|en> [ɛksprɛstrɛin] SUBST m

exprestrein

Schnellzug m

exprestrein

D-Zug m

exprestrein (voor lange trajecten)

Fernschnellzug m

trein·reis <trein|reizen> [trɛinrɛis] SUBST f

treinreis

Bahnreise f

treinreis

Bahnfahrt f

treinreis

Eisenbahnfahrt f