Niederländisch » Deutsch

in·woon·ster <inwoonster|s> [ɪnwonstər] SUBST f

inwoonster weibliche Form von inwoner

Siehe auch: inwoner

in·wo·ner <inwoner|s> [ɪnwonər] SUBST m

be·woon·ster <bewoonster|s> [bəwonstər] SUBST f

bewoonster weibliche Form von bewoner

Siehe auch: bewoner

be·wo·ner <bewoner|s> [bəwonər] SUBST m

toon·soort <toonsoort|en> [tonsort] SUBST f

toon·ka·mer SUBST f

toonkamer → toonzaal

Siehe auch: toonzaal

toon·zaal <toon|zalen> [tonzal] SUBST f

toon·sleu·tel <toonsleutel|s> [tonsløtəl] SUBST m

toon·baar [tombar] ADJ form

dien·ster <dienster|s> [dinstər] SUBST f

leen·ster SUBST f

leenster → lener

Siehe auch: lener

le·ner <lener|s> [lenər] SUBST m

1. lener (leengever):

2. lener (leenontvanger):

toon·lad·der <toonladder|s> [tonlɑdər] SUBST f

zee·mon·ster <zeemonster|s> [zemɔnstər] SUBST nt

toon·te·ken <toonteken|s> [tontekə(n)] SUBST nt muz.

toon·aard <toonaard|en> [tonart] SUBST m

toon·loos [tonlos] ADJ

1. toonloos (zonder nadruk):

2. toonloos (onbeklemtoond):

toon·zaal <toon|zalen> [tonzal] SUBST f

toon·hoog·te <toonhoogte|n, toonhoogte|s> [tonhoxtə] SUBST f

me·de·be·woon·ster SUBST f

medebewoonster weibliche Form von medebewoner

Siehe auch: medebewoner

me·de·be·wo·ner <medebewoner|s> [medəbəwonər] SUBST m

ten·toon·stel·len <stelde tentoon, h. tentoongesteld> [tɛntonstɛlə(n)] VERB trans


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski