Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „treurnis“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

treu·rig: Adjektiv und Adverb
treur·wilg: Nomen
treur·mars: Nomen
er·ger·nis: Nomen
treu·ren: Verb
ver·nis: Nomen
deer·nis: Nomen
treur·dicht: Nomen
treur·spel: Nomen

Meintest du vielleicht: treurig , treurmars , treurwilg , deernis , vernis , treuren , ergernis , treurdicht und treurspel

treu·rig <treurige, treuriger, treurigst> [trørəx] ADJ

1. treurig (verdrietig):

treurig gestemd zijn

traurig gestimmt sein

2. treurig (droefheid veroorzakend):

het is treurig maar waar

es ist traurig, aber wahr

3. treurig (hard, bitter):

treurig aflopen

ein trauriges Ende nehmen

4. treurig (erbarmelijk slecht):

het is treurig met hem gesteld

er ist erbärmlich dran

treur·wilg <treurwilg|en> [trørwɪlx] SUBST m

treur·mars <treurmars|en> [trørmɑrs] SUBST f

er·ger·nis <ergernis|sen> [ɛrɣərnɪs] SUBST f

1. ergernis (toestand):

Ärger m

tot (grote) ergernis van de aanwezigen

zum (großen) Ärger [o. Verdruss] der Anwesenden

ergernis verwekken

Ärgernis [o. Ärger] erregen

2. ergernis (aanleiding):

je bent me een ergernis

du bist mir ein Ärgernis

treu·ren <treurde, h. getreurd> [trørə(n)] VERB intr

1. treuren (bedrukt zijn):

2. treuren (vervuld zijn van droefheid):

treuren om iem/iets

jdm/etw nachtrauern

treuren om een verlies

einem Verlust nachtrauern

ver·nis <vernis|sen> [vərnɪs] SUBST nt of m

1. vernis (lak):

Firnis m

2. vernis (laagje lak):

Firnisschicht f

iets een vernisje geven

etw mit Firnis behandeln

deer·nis [dernɪs] SUBST f geen Pl

Mitleid nt

Erbarmen nt

deernis wekken

Mitleid erregen [o. erwecken]

treur·dicht <treurdicht|en> [trørdɪxt] SUBST nt

Elegie f form

treur·spel <treurspel|en> [trørspɛl] SUBST nt

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski