Übersetzungen für „voedselresten“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

voe·de·ren <voederde, h. gevoederd> [vudərə(n)] VERB trans

voederen

füttern

voed·sel [vutsəl] SUBST nt geen Pl

voedsel

Nahrung f

voedsel (eten)

Essen nt

voedsel tot zich nemen

Nahrung zu sich nehmen

iets nieuw voedsel geven übtr

einer Sache neue Nahrung geben

ver·pes·ten <verpestte, h. verpest> [vərpɛstə(n)] VERB trans übtr

verpesten

verderben

verpesten (geur) ook übtr

verpesten

mijn hele avond is verpest

für mich ist der ganze Abend verdorben

ik heb het bij haar verpest

ich habe es mit ihr verdorben

de lucht verpesten

die Luft verpesten

vet·mes·ten <mestte vet, h. vetgemest> [vɛtmɛstə(n)] VERB trans

vetmesten

mästen

vetmesten

fett füttern

ver·roes·ten <verroestte, i. verroest> [vərustə(n)] VERB intr

1. verroesten (met roest overdekt worden):

verroesten

verrosten

verroesten

rostig werden

2. verroesten (vastroesten):

verroesten

einrosten

ver·woes·ten <verwoestte, h. verwoest> [vərwustə(n)] VERB trans

verwoesten

zerstören

verwoesten (van landen, streken)

verwüsten

verwoesten (van landen, streken)

verheeren

de oogst verwoesten

die Ernte zerstören

vast·roes·ten <roestte vast, i. vastgeroest> [vɑstrustə(n)] VERB intr

vastroesten

einrosten

voed·sel·ver·gif·ti·ging [vutsəlvərɣɪftəɣɪŋ] SUBST f geen Pl

voedselvergiftiging

Lebensmittelvergiftung f