Übersetzungen für „weergeven“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

weer·ge·ven <gaf weer, h. weergegeven> [werɣevə(n)] VERB trans

1. weergeven:

weergeven (gestalte geven)

wiedergeben

weergeven (uitdrukken)

ausdrücken

een idee weergeven door woorden

eine Idee mit [o. in] Worten wiedergeben

de gevoelens van alle aanwezigen weergeven

den Gefühlen aller Anwesenden Ausdruck geben

een tekst verkort/verdraaid weergeven

einen Text gerafft/entstellt wiedergeben

2. weergeven (reproduceren):

weergeven

wiedergeben

3. weergeven (weerspiegelen):

weergeven

wiedergeben

weergeven

widerspiegeln

4. weergeven (in België: teruggeven):

weergeven

wiedergeben

weergeven

zurückgeben

Beispielsätze für weergeven

een idee weergeven door woorden

eine Idee mit [o. in] Worten wiedergeben

een tekst verkort/verdraaid weergeven

einen Text gerafft/entstellt wiedergeben

de gevoelens van alle aanwezigen weergeven

den Gefühlen aller Anwesenden Ausdruck geben