Übersetzungen für „dorpshoofd“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

doods·hoofd <doodshoofd|en> [dotshoft] SUBST nt

doodshoofd

Totenkopf m

doodshoofd

Totenschädel m

dorps·kom <dorpskom|men> [dɔrəpskɔm] SUBST f

dorpskom

Dorfmitte f

war·hoofd <warhoofd|en> [wɑrhoft] SUBST nt of m

warhoofd

Wirrkopf m abw

voor·hoofd <voorhoofd|en> [vorhoft] SUBST nt

voorhoofd

Stirn f

met gefronst voorhoofd

stirnrunzelnd

op zijn voorhoofd wijzen

jdm den [o. einen] Vogel zeigen

dat staat op zijn voorhoofd geschreven übtr

das kann man ihm an der Stirn ablesen

op·per·hoofd <opperhoofd|en> [ɔpərhoft] SUBST nt

opperhoofd

Oberhaupt nt

opperhoofd (van een stam)

Häuptling m

ge·zins·hoofd <gezinshoofd|en> [ɣəzɪnshoft] SUBST nt

1. gezinshoofd (hoofd van een gezin):

gezinshoofd

Familienoberhaupt nt

2. gezinshoofd jur.:

gezinshoofd

Familienvorstand m

staats·hoofd <staatshoofd|en> [statshoft] SUBST nt

staatshoofd

Staatsoberhaupt nt

dorps·le·ven [dɔrəpslevə(n)] SUBST nt geen Pl

dorpsleven

Leben nt auf dem Dorf

sub·hoofd <subhoofd|en> [sʏphoft] SUBST nt

subhoofd

stellvertretende(r) Leiter m

heet·hoofd <heethoofd|en> [hethoft] SUBST m

heethoofd

Hitzkopf m

leeg·hoofd <leeghoofd|en> [lexhoft] SUBST nt of m

leeghoofd

Hohlkopf m ugs

leeghoofd

Strohkopf m

leeghoofd

Schwachkopf m

punt·hoofd [pʏnthoft]

ik krijg er een punthoofd van

das macht mich (ganz) verrückt

ha·ven·hoofd <havenhoofd|en> [havə(n)hoft] SUBST nt

havenhoofd

Hafendamm m

havenhoofd

Mole f

brief·hoofd <briefhoofd|en> [brifhoft] SUBST nt

briefhoofd

Briefkopf m

wa·ter·hoofd <waterhoofd|en> [watərhoft] SUBST nt

waterhoofd

Wasserkopf m

een kind met een waterhoofd übtr (organisatie)

eine kopflastige Organisation

dorps <dorpse, dorpser, meest dorps> [dɔrps] ADJ

dorps

dörflich