Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: besmetting , kruisbessenstruik , bezetting , besmetten , kruisteken , kruiselings , ontsmetting , kruising , kruisbeeld , kruisbeschermer und kruisbes

be·smet·ting <besmetting|en> [bəsmɛtɪŋ] SUBST f

kruis·bes·sen·struik SUBST m

kruisbessenstruik → kruisbes

Siehe auch: kruisbes

kruis·bes <kruisbes|sen> [krœyzbɛs] SUBST f

kruis·bes <kruisbes|sen> [krœyzbɛs] SUBST f

kruis·be·scher·mer <kruisbeschermer|s> [krœyzbəsxɛrmər] SUBST m

kruis·beeld <kruisbeeld|en> [krœyzbelt] SUBST nt

krui·sing <kruising|en> [krœysɪŋ] SUBST f

1. kruising (kruispunt, het snijden):

kruising
Kreuzung f
een kruising van twee autosnelwegen
ein Autobahnkreuz

2. kruising (bevruchting):

kruising
Kreuzung f

ont·smet·ting <ontsmetting|en> [ɔntsmɛtɪŋ] SUBST f

krui·se·lings [krœysəlɪŋs] ADJ

kruis·te·ken <kruisteken|s> [krœystekə(n)] SUBST nt

be·smet·ten <besmette, h. besmet> [bəsmɛtə(n)] VERB trans

2. besmetten (bevlekken):

besmetten
beflecken

be·zet·ting <bezetting|en> [bəzɛtɪŋ] SUBST f

1. bezetting (het bezetten, bezet zijn):

bezetting
Besetzung f
bezetting
Belegung f
bezetting
Besetztsein nt
bezetting
Belegtsein nt

2. bezetting (een gebied, troepen):

bezetting
Besatzung f

3. bezetting (manschappen):

bezetting
Besatzung f

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste