Übersetzungen für „onverenigbaarheid“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ver·enig·baar [vərenəɣbar] ADJ

verenigbaar

vereinbar

dat is niet verenigbaar met zijn principes

das verträgt sich nicht mit seinen Prinzipien

open·baar·heid [opə(n)barhɛit] SUBST f geen Pl

openbaarheid

Öffentlichkeit f

in de openbaarheid treden

an die Öffentlichkeit treten

on·dank·baar·heid <ondankbaar|heden> [ɔndɑŋɡbarhɛit] SUBST f

ondankbaarheid

Undankbarkeit f

on·ver·za·dig·baar [ɔnvərzadəɣbar] ADJ

onverzadigbaar

unersättlich

onverzadigbaar

unstillbar

on·ver·vang·baar [ɔnvərvɑŋbar] ADJ

onvervangbaar

unersetzlich

onvervangbaar

unersetzbar

leef·baar·heid [levbarhɛit] SUBST f geen Pl

leefbaarheid

≈ Lebensqualität f

dienst·baar·heid <dienstbaar|heden> [dinstbarhɛɪt] SUBST f

dienstbaarheid

Dienstbarkeit f

vrucht·baar·heid [vrʏxtbarhɛit] SUBST f geen Pl

vruchtbaarheid

Fruchtbarkeit f

be·schik·baar·heid [bəsxɪɡbarhɛɪt] SUBST f geen Pl

beschikbaarheid

Verfügbarkeit f

on·ver·schil·lig·heid [ɔnvərsxɪləxhɛit] SUBST f geen Pl

onverschilligheid

Gleichgültigkeit f

on·ver·koop·baar [ɔnvərkobar] ADJ

onverkoopbaar

unverkäuflich

on·ver·mijd·baar ADJ

onvermijdbaar → onvermijdelijk

Siehe auch: onvermijdelijk , onvermijdelijk

on·ver·mij·de·lijk² [ɔnvərmɛidələk] ADV (zeker)

onvermijdelijk

unweigerlich

onvermijdelijk

zwangsläufig

on·ver·mij·de·lijk¹ <onvermijdelijke, onvermijdelijker, onvermijdelijkst> [ɔnvərmɛidələk] ADJ (onvermijdbaar)

onvermijdelijk

unvermeidlich

onvermijdelijk

unvermeidbar

zich in het onvermijdelijke schikken

sich ins Unvermeidliche fügen

on·ver·moei·baar [ɔnvərmujbar] ADJ

onvermoeibaar

unermüdlich

on·ver·murw·baar [ɔnvərmʏrwbar] ADJ

onvermurwbaar

unerbittlich

on·ver·taal·baar [ɔnvərtalbar] ADJ

onvertaalbaar

unübersetzbar

on·ver·teer·baar [ɔnvərterbar] ADJ ook übtr

onverteerbaar

unverdaulich

on·ver·ge·lijk·baar [ɔnvɛrɣəlɛiɡbar] ADJ

onvergelijkbaar

unvergleichbar

onvergelijkbaar

unvergleichlich

on·ver·slijt·baar [ɔnvərslɛidbar] ADJ

onverslijtbaar

unverwüstlich

dank·baar·heid [dɑŋɡbarhɛit] SUBST f geen Pl

dankbaarheid

Dankbarkeit f

rucht·baar·heid [rʏxtbarhɛit] SUBST f geen Pl

ruchtbaarheid

Verlautbarung f

ruchtbaarheid aan iets geven

etw verlautbaren