Übersetzungen für „ridderepiek“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

rid·der·lijk <ridderlijke, ridderlijker, ridderlijkst> [rɪdərlək] ADJ

ridderlijk

ritterlich

rid·de·ren <ridderde, h. geridderd> [rɪdərə(n)] VERB trans

1. ridderen (tot ridder slaan):

ridderen

zum Ritter schlagen

ridderen

in den Ritterstand erheben

2. ridderen (in een ridderorde opnemen):

ridderen

einen Orden verleihen

geridderd worden

einen Orden bekommen

rid·der·or·de <ridderorde|n, ridderorde|s> [rɪdərɔrdə] SUBST f

1. ridderorde (stand):

ridderorde

Ritterschaft f

2. ridderorde (vereniging van ridders):

ridderorde

Ritterorden m

3. ridderorde (onderscheiding):

ridderorde

Orden m

rid·der·zaal <ridder|zalen> [rɪdərzal] SUBST f

ridderzaal

Rittersaal m

rid·der <ridder|s> [rɪdər] SUBST m

ridder

Ritter m

ridder (iem die zich ridderlijk gedraagt)

Kavalier m

iem tot ridder slaan

jdn zum Ritter schlagen

een ridder zonder vrees of blaam

ein Ritter ohne Furcht und Tadel

sid·de·ren <sidderde, h. gesidderd> [sɪdərə(n)] VERB intr

sidderen

zittern

sidderen (sterker)

beben

sidderen van angst

vor Angst zittern

voor iem sidderen

vor jdm zittern

sid·de·ring <siddering|en> [sɪdərɪŋ] SUBST f

siddering

Zittern nt

siddering (sterker)

Beben nt

siddering (rilling)

Schau(d)er m