Niederländisch » Deutsch

vak·ver·eni·ging <vakvereniging|en> [vɑkfərenəɣɪŋ] SUBST f

1. vakvereniging (van werknemers):

2. vakvereniging (van werkgevers):

zeil·ver·eni·ging SUBST f

zeilvereniging → zeilclub

Siehe auch: zeilclub

zeil·club <zeilclub|s> [zɛɪlklʏp] SUBST f

zang·ver·eni·ging <zangvereniging|en> [zɑŋvərenəɣɪŋ] SUBST f

schiet·ver·eni·ging <schietvereniging|en> [sxitfərenəɣɪŋ] SUBST f

sport·ver·eni·ging <sportvereniging|en> [spɔrtfərenəɣɪŋ] SUBST f

koor·ver·eni·ging <koorvereniging|en> [korvərenəɣɪŋ] SUBST f

om·roep·ver·eni·ging <omroepvereniging|en> [ɔmrupfərenəɣɪŋ] SUBST f

her·eni·ging [hɛrenəɣɪŋ] SUBST f geen Pl

2. hereniging (verzoening):

wo·ning·bouw·ver·eni·ging <woningbouwvereniging|en> [wonɪŋbɑuvərenəɣɪŋ] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski