Übersetzungen für „doodsaai“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

dood·slaan <sloeg dood, h. doodgeslagen> [dotslan] VERB trans

doodslaan

totschlagen

doodslaan

erschlagen

iem met argumenten doodslaan übtr

jdn mit Argumenten mundtot machen

dood·slag <doodslag|en> [dotslɑx] SUBST m

doodslag

Totschlag m

wegens poging tot doodslag

wegen versuchten Totschlags

doods·ak·te <doodsakte|n, doodsakte|s> [dotsɑktə] SUBST f

doodsakte

Totenschein m

doods·bang [dotsbɑŋ] ADJ

doodsbang

zu Tode verängstigt

iem doodsbang maken

jdn in Todesangst versetzen

voor iem/iets doodsbang zijn

vor jdm/etw eine Todesangst haben

dood·straf <doodstraf|fen> [dotstrɑf] SUBST f

doodstraf

Todesstrafe f

iets op doodstraf verbieden

etw bei Todesstrafe verbieten

op dit misdrijf staat de doodstraf

auf dieses Verbrechen steht die Todesstrafe

doods·bed [dotsbɛt] SUBST nt geen Pl

doodsbed

Sterbebett nt

doodsbed

Totenbett nt

doods·kop SUBST m

doodskop → doodshoofd

Siehe auch: doodshoofd

doods·hoofd <doodshoofd|en> [dotshoft] SUBST nt

doodshoofd

Totenkopf m

doodshoofd

Totenschädel m

dood·stil [dotstɪl] ADJ

doodstil

totenstill

doodstil

mucksmäuschenstill ugs

hij bleef doodstil zitten

er saß unbeweglich da

het was er doodstil

es herrschte Totenstille

doods·angst <doodsangst|en> [dotsɑŋst] SUBST m

doodsangst

Todesangst f

doodsangsten uitstaan

Todesängste ausstehen