Übersetzungen für „gedragsverandering“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

taal·ver·an·de·ring <taalverandering|en> [talvərɑndərɪŋ] SUBST f

taalverandering

Sprachwandel m

kli·maat·ver·an·de·ring <klimaatverandering|en> [klimatfərɑndərɪŋ] SUBST f

klimaatverandering

Klimaänderung f

klimaatverandering

Klimaveränderung f

ver·an·de·ring <verandering|en> [vərɑndərɪŋ] SUBST f

1. verandering:

verandering (het veranderen, wijziging)

Änderung f

verandering (het veranderen, wijziging)

Veränderung f

verandering (een beetje)

Abänderung f

een verandering aanbrengen/ondergaan

eine Änderung vornehmen/erfahren

2. verandering (afwisseling):

verandering

Abwechslung f

van verandering houden

die Abwechslung lieben

voor de verandering

zur Abwechslung

verandering van spijs doet eten Sprichw

Abwechslung macht Appetit

sa·la·ris·ver·min·de·ring SUBST f

salarisvermindering → salarisverlaging

Siehe auch: salarisverlaging

sa·la·ris·ver·la·ging <salarisverlaging|en> [salarɪsfərlaɣɪŋ] SUBST f

salarisverlaging

Gehaltskürzung f

bonds·ver·ga·de·ring <bondsvergadering|en> [bɔn(t)sfərɣadərɪŋ] SUBST f

1. bondsvergadering (bond):

bondsvergadering

Verbandstagung f

2. bondsvergadering:

bondsvergadering (BRD: kiesvergadering)

Bundesversammlung f

bondsvergadering (Bondsdag)

Bundestag m

ver·ga·de·ring <vergadering|en> [vərɣadərɪŋ] SUBST f

1. vergadering (georganiseerde bijeenkomst):

vergadering

Versammlung f

vergadering

Sitzung f

vergadering van aandeelhouders

Aktionärsversammlung f

vergadering achter gesloten deuren

Klausurtagung f

een vergadering beleggen/houden/leiden

eine Versammlung anberaumen/abhalten/leiten

gewone/buitengewone/algemene vergadering

ordentliche/außerordentliche Versammlung/Vollversammlung f

in vergadering bijeen zijn

auf einer Sitzung versammelt sein

vergadering van leraren

Lehrerkonferenz

de plenaire vergadering

das Plenum

2. vergadering (de vergaderde personen):

vergadering

Versammlung f

ge·drags·re·gel <gedragsregel|s, gedragsregel|en> [ɣədrɑxsreɣəl] SUBST m

gedragsregel

Verhaltensregel f

gedragsregel

Verhaltensnorm f

ver·min·de·ring <vermindering|en> [vərmɪndərɪŋ] SUBST f

vermindering

Verringerung f

vermindering

Verminderung f

vermindering (bedrag ook)

Ermäßigung f

vermindering van straf

Strafmilderung f

ver·hin·de·ring <verhindering|en> [vərhɪndərɪŋ] SUBST f

1. verhindering (het verhinderen, verhinderd zijn):

verhindering

Verhinderung f

2. verhindering (hindernis):

verhindering

Hindernis nt

ver·won·de·ring [vərwɔndərɪŋ] SUBST f geen Pl

verwondering

Verwunderung f

verwondering

Erstaunen nt

verwondering

Staunen nt

tot mijn grote verwondering

zu meinem großen Erstaunen

ver·ne·de·ring <vernedering|en> [vərnedərɪŋ] SUBST f

vernedering

Erniedrigung f

vernedering

Demütigung f

vernedering

Herabwürdigung f