Niederländisch » Deutsch

na·be·han·de·ling <nabehandeling|en> [nabəhɑndəlɪŋ] SUBST f

on·der·han·de·ling <onderhandeling|en> [ɔndərhɑndəlɪŋ] SUBST f

voor·keurs·be·han·de·ling <voorkeursbehandeling|en> [vorkørzbəhɑndəlɪŋ] SUBST f

be·han·de·ling <behandeling|en> [bəhɑndəlɪŋ] SUBST f

1. behandeling (het omgaan met iets, iem):

2. behandeling (geneeskundige verzorging):

3. behandeling (uiteenzetting):

schok·be·han·de·ling <schokbehandeling|en> [sxɔɡbəhɑndəlɪŋ] SUBST f

shock·be·han·de·ling SUBST f

shockbehandeling → shocktherapie

Siehe auch: shocktherapie

shock·the·ra·pie [ʃɔkterapi] SUBST f geen Pl

ver·han·de·ling <verhandeling|en> [vərhɑndəlɪŋ] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski