Übersetzungen für „rassenrellen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈras·se·rein ADJ

rasserein

raszuiver

ˈbes·ser·stel·len VERB trans

besserstellen

een hogere [o. beter betaalde] positie geven

ˈdes·sent·wil·len [ˈdɛsn̩tˈvɪlən] ADV

um dessentwillen

waarvoor

um dessentwillen

ter wille waarvan

um dessentwillen

daarom

ˈRas·sen·tren·nung SUBST f

Rassentrennung

rassenscheiding

Rassentrennung

apartheid

ˈRas·sen·un·ru·hen SUBST Pl

Rassenunruhen

rassenonlusten

Rassenunruhen

rassenrelletjes

ˈRas·sen·wahn SUBST m

Rassenwahn

rassenwaan

ˈRas·sen·fra·ge SUBST f

Rassenfrage

rassenvraagstuk

ver·ˈprel·len VERB trans

verprellen

bruuskeren

verprellen

irriteren

er·ˈhel·len¹ [-ˈhɛlən] VERB trans

1. erhellen (hell machen):

erhellen

verlichten

2. erhellen (aufmuntern):

erhellen

opmonteren

erhellen

opvrolijken

3. erhellen (verdeutlichen):

erhellen

duidelijk maken

erhellen

verklaren

ge·ˈsel·len [gəˈzɛlən] VERB refl

1. gesellen geh (sich anschließen):

gesellen

zich voegen

sich zu jdm gesellen

zich bij iem voegen

2. gesellen (hinzukommen):

gesellen

(erbij) komen

gleich und gleich gesellt sich gern Sprichw

soort zoekt soort

ˈschel·len [ˈʃɛlən] VERB intr regional

schellen

bellen

schellen

schellen

schellen

rinkelen

es hat geschellt

de bel is gegaan

ˈzu·stel·len VERB trans

1. zustellen (durch Gegenstände verstellen):

zustellen

afsluiten

zustellen

barricaderen

2. zustellen (überbringen):

zustellen

bezorgen

zustellen JUR

betekenen

zustellen JUR

exploiteren

jdm die Ladung zustellen JUR

iem de dagvaarding betekenen