Übersetzungen für „vastgoedhandelaar“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

boek·han·de·laar <boekhandelaar|s, boekhande|laren> [bukhɑndəlar] SUBST m

boekhandelaar

Buchhändler m

on·der·han·de·laar <onderhandelaar|s, onderhande|laren> [ɔndərhɑndəlar] SUBST m

onderhandelaar

Unterhändler m

de·tail·han·de·laar <detailhandelaar|s, detail|handelaren> [detɑjhɑndəlar] SUBST m

detailhandelaar

Einzelhändler m

groot·han·de·laar <groothandelaar|s, groothande|laren> [ɣrothɑndəlar] SUBST m

groothandelaar

Großhändler m

groothandelaar econ.

Großkaufmann m

groothandelaar econ.

Grossist m fachspr

groothandelaar in wijnen

Weingroßhändler m

ko·len·han·de·laar SUBST m

kolenhandelaar → kolenboer

Siehe auch: kolenboer

ko·len·boer <kolenboer|en> [kolə(n)bur] SUBST m

kolenboer

Kohlenhändler m

kunst·han·de·laar <kunsthandelaar|s> [kʏnsthɑndəlar] SUBST m

kunsthandelaar

Kunsthändler m

zwart·han·de·laar <zwarthandelaar|s> [zwɑrthɑndəlar] SUBST m

zwarthandelaar

Schwarzhändler m

zwarthandelaar

Schieber m ugs

han·de·laar <handelaar|s, hande|laren> [hɑndəlar] SUBST m

handelaar

Händler m

handelaar

Kaufmann m

handelaar

Kauffrau f

fruit·han·de·laar <fruithandelaar|s, fruit|handelaren> [frœythɑndəlar] SUBST m

fruithandelaar

Obsthändler m

slaap·wan·de·laar <slaapwandelaar|s> [slapwɑndəlar] SUBST m

slaapwandelaar

Schlafwandler m

slaapwandelaar

Nachtwandler m

slaapwandelaar

Traumwandler m