Übersetzungen für „weerman“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

veer·man <veerlieden, veer|lui> [vermɑn] SUBST m

veerman

Fährmann m

weer·ga [werɣa] SUBST f geen Pl (gelijke)

weerga

seinesgleichen

hij heeft zijn weerga niet

seinesgleichen gibt es nicht

zonder weerga

ohnegleichen

zonder weerga

sondergleichen

zonder weerga

beispiellos

als de weerga

wie ein geölter Blitz ugs

loop naar de weerga!

scher dich zum Teufel! sl

werk·man <werk|lieden, werk|lui> [wɛrəkmɑn] SUBST m

werkman

Arbeiter m

werkman in loondienst

Lohnarbeiter m

los werkman

Gelegenheitsarbeiter m

weer·zin [werzɪn] SUBST m geen Pl

weerzin (tegenzin, afkeer)

Widerwille m

weerzin (tegenzin)

Widerstreben nt

met weerzin eten

widerwillig essen

iets met weerzin doen

etw mit Widerwillen [o. Widerstreben] tun

de weerzin van iem opwekken

jds Widerwillen erregen [o. wecken]

zee·man <zee|lieden, zee|lui> [zemɑn] SUBST m

zeeman

Seemann m

weer·macht [wermɑxt] SUBST f geen Pl

weermacht

Wehrmacht f

weer·om [werɔm] ADV

weerom

wieder

men zag hem nooit weerom

man sah ihn niemals wieder

weer·god <weergod|en> [werɣɔt] SUBST m

weergod

Wettergott m

weer·wil [werwɪl] SUBST m geen Pl

in weerwil van

ohne Rücksicht auf +Akk

in weerwil van

trotz +Gen

in weerwil van form

ungeachtet +Gen

in weerwil van iem

jdm zum Trotz

in weerwil van de regen

trotz des Regens

weet·al <weetal|len> [wetɑl] SUBST m

weetal

Alleswisser m

week·dag <weekdag|en> [weɡdɑx] SUBST m

weekdag

Wochentag m

weekdag

Werktag m

weekdag

Alltag m

op weekdagen

an Wochentagen

op weekdagen

wochentags [o. alltags]

buur·man <buur|lieden, buur|lui> [byrmɑn] SUBST m

buurman

Nachbar m

buurman aan tafel

Tischnachbar m

al te goed is buurmans gek Sprichw

jedermanns Freund

al te goed is buurmans gek Sprichw

jedermanns Narr

Ger·maan <Ger|manen> [ɣɛrman] SUBST m

Germaan

Germane m

boe·man <boeman|nen> [bumɑn] SUBST m

1. boeman:

boeman (denkbeeldig wezen)

Butzemann m

boeman (denkbeeldig wezen)

schwarze(r) Mann m

boeman (hoedanigheid)

Kinderschreck m

2. boeman (persoon):

boeman

Buhmann m