Übersetzungen für „entstof“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ent·ˈstö·ren [-ˈʃtøːrən] VERB trans

entstören (Elektrogerät)

ontstoren

entstören (Telefonleitung)

storingvrij maken

ent·ˈste·hen [-ˈʃteːən] VERB intr

entstehen (sich ergeben)

ontstaan

entstehen (zu existieren beginnen)

tot ontwikkeling komen

entstehen (sich bilden)

zich ontwikkelen

es entstand der Eindruck, dass …

de indruk ontstond [o. werd gewekt] , dat …

ent·ˈset·zen¹ [ɛntˈzɛ͜tsn̩] VERB trans

1. entsetzen (in Grauen versetzen):

entsetzen

ontstellen

über etw ganz entsetzt sein

over iets hevig ontzet [o. totaal ontdaan] zijn

2. entsetzen MILIT:

entsetzen

ontzetten

ent·ˈstei·gen [-ˈʃt͜aign̩] VERB intr

1. entsteigen geh (aussteigen):

entsteigen

uitstappen

entsteigen

uitstijgen

2. entsteigen geh (aufsteigen):

entsteigen

opstijgen uit

ent·ˈstam·men [-ˈʃtamən] VERB intr

entstammen (aus einer bestimmten Zeit stammen)

stammen (uit)

entstammen (aus etw stammen)

afstammen (van [o. uit] )

ent·ˈstei·nen [ɛntˈʃt͜ainən] VERB trans

entsteinen

ontpitten

ent·ˈstel·len [-ˈʃtɛlən] VERB trans

1. entstellen:

entstellen (verunstalten)

misvormen

entstellen (verunstalten)

mismaken

entstellen (verzerren)

verbasteren

ein von Schmerz entstelltes Gesicht

een van pijn vertrokken gezicht

einen Namen entstellen

een naam verbasteren

2. entstellen (verzerrt wiedergeben):

entstellen

verkeerd voorstellen [o. weergeven]

entstellen

verdraaien

ein entstellter Text

een verminkte tekst

ent·ˈströ·men [-ˈʃtrøːmən] VERB intr geh

entströmen

stromen uit

entströmen

ontstromen

ent·ˈsa·gen [-ˈzaːgn̩] VERB intr geh (sich abkehren)

entsagen

zich ontzeggen

entsagen

afstand doen van

entsagen

zich afkeren van

der Herrschaft entsagen

afstand doen van de macht