Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: gedronken , gedrongen , gedropen und gedrocht

ge·drocht <gedrocht|en> [ɣədrɔxt] SUBST nt

1. gedrocht (monster):

2. gedrocht (mismaakt mens, dier):

Missgeburt f abw

ge·dro·pen VERB

gedropen volt. deelw. van druipen

Siehe auch: druipen

ge·dron·gen1 <gedrongen, gedrongener, meest gedrongen> [ɣədrɔŋə(n)] ADJ

1. gedrongen (kort en breed gebouwd):

2. gedrongen (beknopt):

3. gedrongen (dicht opeen):

ge·dron·ken VERB

gedronken volt. deelw. van drinken²

Siehe auch: drinken , drinken

drin·ken1 [drɪŋkə(n)] SUBST nt geen Pl


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski