Übersetzungen für „abwärtsbewegen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

voort·be·we·gen¹ <bewoog voort, h. voortbewogen> [vordbəweɣə(n)] VERB trans

voortbewegen (doen voortgaan)

fortbewegen

voortbewegen (aandrijven)

antreiben

door stroom voortbewogen

elektrisch angetrieben

ar·bei·ders·be·we·ging [ɑrbɛidərzbəweɣɪŋ] SUBST f geen Pl

arbeidersbeweging

Arbeiterbewegung f

daar·te·gen [darteɣə(n)] ADV

daartegen

dagegen

waar·te·gen [warteɣə(n)] ADV

1. waartegen (vragend):

waartegen

wogegen

2. waartegen (betrekkelijk):

waartegen

gegen +Akk

waartegen

wogegen

een muur waartegen een ladder staat

eine Mauer, an der eine Leiter steht

een raad waartegen niets in te brengen valt

ein Rat, gegen den sich nichts einwenden lässt

li·chaams·be·we·ging <lichaamsbeweging|en> [lɪxamzbəweɣɪŋ] SUBST f

1. lichaamsbeweging (om het lichaam te versterken):

lichaamsbeweging

körperliche Betätigung f

2. lichaamsbeweging (beweging van het lichaam):

lichaamsbeweging

Körperbewegung f

be·we·gen¹ <bewoog, h. bewogen> [bəweɣə(n)] VERB intr

bewegen (van plaats, stand veranderen)

sich bewegen

bewegen (zich zachtjes verroeren)

sich regen

zich bewegen VERB

Benutzereintrag

zich bewegen

sich bewegen