Übersetzungen für „collega“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

col·le·ga <collega|'s, colle|gae> [kɔleɣa] SUBST m

collega

Kollege m

geachte collega (aanspreekvorm in brief)

sehr geehrter (Herr) Kollege, sehr geehrte (Frau) Kollegin

geachte collega (in gesproken taal)

verehrter (Herr) Kollege, verehrte (Frau) Kollegin

waarde collega ugs (in brief)

lieber Herr Kollege, liebe Frau Kollegin

waarde collega ugs (in gesproken taal)

lieber Kollege, liebe Kollegin

Beispielsätze für collega

geachte collega (aanspreekvorm in brief)

sehr geehrter (Herr) Kollege, sehr geehrte (Frau) Kollegin

waarde collega ugs (in brief)

lieber Herr Kollege, liebe Frau Kollegin

voor een collega invallen

für einen Kollegen einspringen

voor een collega inspringen

für einen Kollegen einspringen

hij vervangt zijn collega

er vertritt seinen Kollegen

onze geachte vriend en collega

unser verehrter Freund und Kollege

zij staat bij haar collega's goed aangeschreven

sie ist bei ihren Kollegen gut angeschrieben

een oud-leerling/oud-voorzitter/oud-collega

ein ehemaliger Schüler/Vorsitzender/Kollege

hij wilde niet minder zijn dan zijn collega

er wollte nicht hinter seinem Kollegen zurückstehen