Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: kluisteren , pleister , fluisteren , gefluister , luisteren , opluisteren , fluisteraar , beluisteren , afluisteren , naaister , magister , filister , kluis , luisteraar , influisteren , fluisterstem , luisterboek , luistervink , luisterrijk , luisterpost , toefluisteren und kluizenaar

kluis·te·ren <kluisterde, h. gekluisterd> [klœystərə(n)] VERB trans

pleis·ter2 <pleister|s> [plɛistər] SUBST nt

2. pleister KUNST (mengsel van marmer en gips):

pleister
Stuck m

ge·fluis·ter [ɣəflœystər] SUBST nt geen Pl

fluis·te·ren <fluisterde, h. gefluisterd> [flœystərə(n)] VERB trans

luis·te·ren <luisterde, h. geluisterd> [lœystərə(n)] VERB intr

af·luis·te·ren <luisterde af, h. afgeluisterd> [ɑflœystərə(n)] VERB trans

1. afluisteren (telefoon):

afluisteren
abhören

2. afluisteren (gesprek):

afluisteren
belauschen

be·luis·te·ren <beluisterde, h. beluisterd> [bəlœystərə(n)] VERB trans

1. beluisteren (luisteren naar):

beluisteren
sich Dat anhören

fluis·te·raar <fluisteraar|s> [flœystərar] SUBST m

op·luis·te·ren <luisterde op, h. opgeluisterd> [ɔplœystərə(n)] VERB trans

kluis <kluizen> [klœys] SUBST f

fi·lis·ter <filister|s> [filɪstər] SUBST m

ma·gis·ter <magister|s> [maɣɪstər] SUBST m

naai·ster <naaister|s> [najstər] SUBST f

luis·te·raar <luisteraar|s> [lœystərar] SUBST m

fluis·ter·stem <fluisterstem|men> [flœystərstɛm] SUBST f

in·fluis·te·ren <fluisterde in, h. ingefluisterd> [ɪnflœystərə(n)] VERB trans

luis·ter·post <luisterpost|en> [lœystərpɔst] SUBST m

luis·ter·rijk <luisterrijke, luisterrijker, luisterrijkst> [lœystərɛik] ADJ

luis·ter·vink <luistervink|en> [lœystərvɪŋk] SUBST f

luis·ter·boek <luisterboek|en> [lœystərbuk] SUBST nt

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste