Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „schoppen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

schop·pen1 <schoppen|s, schoppen> [sxɔpə(n)] SUBST f

schoppen
Pik nt
schoppen is troef

schop·pen2 <schopte, h. geschopt> [sxɔpə(n)] VERB trans

1. schoppen:

schoppen (trap geven)
schoppen (trap geven)
schoppen (bal)
een hond schoppen
tegen iem/iets aan schoppen übtr

2. schoppen (verplaatsen):

schoppen
schoppen
befördern scherzh
iem buiten de deur schoppen
de zaak in de war schoppen übtr
de zaak in de war schoppen übtr
kinderen in de wereld schoppen übtr

3. schoppen (veroorzaken):

schoppen
herrie/kabaal schoppen
het ver schoppen

Beispielsätze für schoppen

bombarie schoppen
herrie schoppen
tegen de bal schoppen
een hond schoppen
het ver schoppen
schoppen is troef
herrie/kabaal schoppen
een rel schoppen [o. trappen ]
keet schoppen [o. trappen ]
het ver brengen [o. schoppen ]
lawaai schoppen [o. trappen ]
iem tegen de schenen schoppen ook übtr
iem buiten de deur schoppen
kinderen in de wereld schoppen übtr
tegen iem/iets aan schoppen übtr
iem tegen het zere been schoppen übtr
de zaak in de war schoppen übtr

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski