Übersetzungen für „supervidieren“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

su·per·vi·sie [sypərvizi] SUBST f geen Pl

supervisie

Leitung f

supervisie

Aufsicht f

over iets de supervisie krijgen

mit der Leitung über etw Akk beauftragt werden

onder supervisie staan van

unter der Aufsicht stehen von

su·pe·ri·eu·re <superieure|n, superieure|s> [syperijørə] SUBST f

1. superieure (vrouwelijke superieur):

superieure

Vorgesetzte f

superieure

Chefin f

2. superieure:

superieure (kloostermoeder)

Superiorin f

superieure (moeder-overste)

Oberin f

sub·si·dië·ren <subsidieerde, h. gesubsidieerd> [sʏpsidijerə(n)] VERB trans

subsidiëren

subventionieren

subsidiëren

bezuschussen

pau·pe·ri·se·ren¹ <pauperiseerde, i. gepauperiseerd> [pɑupərizerə(n)] VERB intr

pauperiseren (arm worden)

verarmen

pauperiseren form (marxistisch)

verelenden

hy·per·ven·ti·le·ren <hyperventileerde, h. gehyperventileerd> [hipərvɛntilerə] VERB intr

hyperventileren (als kwaal)

an Hyperventilation leiden

hyperventileren (op bepaald moment)

einen Anfall von Hyperventilation haben

su·pe·ri·eur¹ <superieur|en> [syperijør] SUBST m en f

superieur

Vorgesetzte(r) f(m)

superieur

Chef m

haar onmiddellijke superieur

ihr direkter Vorgesetzter

su·per·trein <supertrein|en> [sypərtrɛɪn] SUBST m

supertrein

Hochgeschwindigkeitszug m

pa·ro·dië·ren <parodieerde, h. geparodieerd> [parodijerə(n)] VERB trans

parodiëren

parodieren

hoef·die·ren [huvdirə(n)] SUBST Pl

hoefdieren

Huftiere Pl

in·ter·ve·nië·ren <intervenieerde, h. geïntervenieerd> [ɪntərvenijerə(n)] VERB intr

interveniëren

intervenieren