Übersetzungen für „toraus“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

tor·na·do <tornado|'s> [tɔrnado] SUBST f

tornado

Tornado m

to·ren <toren|s> [torə(n)] SUBST m

toren

Turm m

in een ivoren toren zitten übtr

im Elfenbeinturm sitzen

hoog van de toren blazen übtr (een grote mond hebben)

große Sprüche klopfen ugs

hoog van de toren blazen (hoge eisen stellen)

(allzu) hohe Anforderungen stellen

tor·sen <torste, h. getorst> [tɔrsə(n)] VERB trans

1. torsen (met grote moeite dragen):

torsen

schleppen

2. torsen (gebukt gaan onder):

torsen

tragen

3. torsen (torderen):

torsen

verdrehen

torsen

verwinden

torsen

tordieren fachspr

tor·nen¹ <tornde, h. getornd> [tɔrnə(n)] VERB trans (losmaken)

tornen

auftrennen

tornen

auseinandertrennen

tor·sie [tɔrsi] SUBST f geen Pl

torsie nat., wisk.

Torsion f

claus [klɑus] SUBST f

1. claus (laatste woord van een passage):

claus

Stichwort nt

2. claus (passage):

claus

≈ Passus m

tor <tor|ren> [tɔr] SUBST f

tor

Käfer m

toorts <toorts|en> [torts] SUBST f

1. toorts (fakkel):

toorts

Fackel f

2. toorts plantk.:

toorts

Wollblume f

toorts

Königskerze f

to·re·a·dor <toreador|es> [torejadɔːr] SUBST m

toreador

Toreador m

toreador

Stierkämpfer m

paus <paus|en> [pɑus] SUBST m

paus

Papst m

een toespraak van Paus Johannes Paulus II

eine Ansprache des Papstes Johannes Paul des Zweiten

roomser zijn dan de paus übtr

päpstlicher sein als der Papst

saus <saus|en, sauzen> [sɑus] SUBST f

1. saus (vloeibare spijs):

saus

Soße f

pikante saus

pikante [o. scharfe] Soße f

2. saus (kleurstof):

saus

Tünche f

een verhaal met een romantisch sausje overgoten

eine romantisch verbrämte Geschichte

3. saus (afkooksel):

saus

Beize f

saus

Soße f