Übersetzungen für „Schreuder“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈSchleu·der <Schleuder, Schleudern> [ˈʃl͜ɔydɐ] SUBST f

1. Schleuder (Waffe):

Schleuder

katapult

Schleuder

slinger

2. Schleuder (Wäscheschleuder):

Schleuder

centrifuge

3. Schleuder ugs (Fahrzeug):

Schleuder

vehikel nt

ˈschrei·nern [-nɐn] VERB intr regional

schreinern

meubels maken

schreinern

schrijnwerker zijn

ˈschrei·en¹ <schrie, geschrien> [ˈʃr͜aiən] VERB trans

schreien

schreeuwen

schreien

brullen

schreien

roepen

schreien

krijsen

schreien

gillen

Ach und Weh schreien

jeremiëren

ˈSchau·der <Schauders, Schauder> [ˈʃ͜audɐ] SUBST m

Schauder

rilling

Schauder

huivering

ˈschre·cken¹ <schreckt[o. schrickt], schreckte[o. schrak], geschreckt> [ˈʃrɛkn̩] VERB intr

schrecken

(op)schrikken

ˈschrei·ben¹ <schrieb, geschrieben> [ˈʃr͜aibn̩] VERB trans

schreiben

schrijven

etw an die Tafel schreiben

iets op het bord schrijven

es steht ihm auf der Stirn geschrieben

het staat hem op zijn voorhoofd geschreven

Schreibmaschine schreiben

tikken

Schreibmaschine schreiben

typen

wir schreiben uns schon seit Jahren

wij corresponderen al jarenlang (met elkaar)

sage und schreibe

zegge en schrijve

den Wievielten schreiben wir heute?

de hoeveelste is het vandaag?

ˈSchrei·ber <Schreibers, Schreiber> [ˈʃr͜aibɐ] SUBST m

1. Schreiber (Verfasser):

Schreiber

schrijver

Schreiber

steller

2. Schreiber veraltet (Sekretär):

Schreiber

klerk

Schreiber

secretaris

3. Schreiber a. abw (Schriftsteller):

Schreiber

schrijver

Schreiber

auteur

4. Schreiber (Teil eines Apparats):

Schreiber

schrijver

ˈSchrei·ner(in) [ˈʃr͜ainɐ] SUBST m(f) regional

Schreiner(in)

schrijnwerker(schrijnwerkster) m (f)

Schreiner(in)

meubelmaker(meubelmaakster) m (f)

ˈschrei·ten <schritt, geschritten> [ˈʃr͜aitn̩] VERB intr

1. schreiten geh (gehen):

schreiten

schrijden

schreiten

stappen

schreiten

(waardig) lopen

2. schreiten übtr (in Angriff nehmen):

schreiten

overgaan

zur Tat schreiten

tot daden [o. actie] overgaan

zur Tat schreiten

aan de slag gaan

zur Tat schreiten

de daad bij het woord voegen

ˈSchreib·fe·der SUBST f

Schreibfeder

(schrijf)pen