Übersetzungen für „bedaking“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

be·ˈdan·ken² VERB refl

bedanken

(be)danken

sich bei jdm für etw bedanken

iem voor iets (be)danken

be·ˈdingt [bəˈdɪŋt] ADJ

1. bedingt (abhängig, verursacht):

bedingt

afhankelijk

bedingt

gebonden

bedingt

veroorzaakt

2. bedingt (mit Vorbehalt):

bedingt

voorwaardelijk

3. bedingt (eingeschränkt):

bedingt

beperkt

ˈHo·me·ban·king <Homebanking(s)> [ˈhoːm-] SUBST nt kein Pl

Homebanking FIN, COMPUT

telebankieren

ˈTe·le·ban·king <Telebanking(s)> SUBST nt kein Pl

Telebanking

telefonisch bankieren

be·ˈdau·ern [bəˈd͜auɐn] VERB trans

bedauern

betreuren

bedauern (bemitleiden)

beklagen

bedauern (bemitleiden)

medelijden hebben met

ich bedaure (sehr)!

het spijt me (ten zeerste)!

be·ˈdin·gen¹ VERB trans

1. bedingen (verlangen):

bedingen

(ver)eisen

bedingen

veronderstellen

2. bedingen (verursachen):

bedingen

veroorzaken

bedingen

teweegbrengen

bedingen

(met zich) meebrengen

das ist durch sein Alter bedingt

dat brengt zijn leeftijd mee

sein Verhalten ist psychologisch bedingt

zijn gedrag heeft een psychologische achtergrond