Übersetzungen für „martelgang“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈWahl·gang SUBST m

Wahlgang

stemming

Wahlgang

verkiezingsronde

ˈFort·gang SUBST m kein Pl

1. Fortgang (Weggang):

Fortgang

het weggaan

Fortgang

vertrek nt

2. Fortgang (weiterer Verlauf):

Fortgang

voortgang

Fortgang

vooruitgang

Fortgang

vordering

seinen Fortgang nehmen

doorgaan

seinen Fortgang nehmen

verder gaan

ˈStuhl·gang <Stuhlgang(e)s> SUBST m kein Pl geh MED

Stuhlgang

stoelgang

Stuhlgang

ontlasting

ˈJahr·gang <Jahrgang(e)s, Jahrgänge> SUBST m

1. Jahrgang (Personen eines Geburtsjahrs):

Jahrgang

jaargang

Jahrgang

jaar nt

er ist Jahrgang 1928

hij is in 1928 geboren

er ist mein Jahrgang

hij is van hetzelfde jaar als ik [o. van mijn jaar]

die reiferen Jahrgänge

de oudere generatie

2. Jahrgang (Herstellungsjahr):

Jahrgang

jaar nt

ein Auto Jahrgang 1999

een auto van het (bouw)jaar 1999

ˈTief·gang <Tiefgang(e)s> SUBST m kein Pl NAUT

Tiefgang a. übtr

diepgang

ˈÜber·gang SUBST m

1. Übergang (Grenzübergang):

Übergang

overgang

2. Übergang (das Überqueren):

Übergang

overtocht

Übergang

overschrijding

3. Übergang (Fußgängerüberweg):

Übergang

oversteekplaats

4. Übergang (Zeitraum):

Übergang

overgangsperiode