Übersetzungen für „offervaardig“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈof·fen·kun·dig [ˈɔfn̩-, ɔfn̩ˈkʊndɪç] ADJ

1. offenkundig:

offenkundig

blijkbaar

offenkundig

klaarblijkelijk

offenkundig

kennelijk

er kam zu dem offenkundigen Zweck, ...

hij kwam kennelijk met het doel [o. voornemen ...]

2. offenkundig:

offenkundig

duidelijk

offenkundig

zichtbaar

offenkundig

openlijk

3. offenkundig:

offenkundig

publiek

offenkundig

algemeen bekend

ˈof·fen·her·zig ADJ

1. offenherzig (freimütig):

offenherzig

openhartig

2. offenherzig ugs scherzh (tief ausgeschnitten):

offenherzig

gedecolleteerd

offenherzig

laag uitgesneden

of·fe·ˈrie·ren [ɔfeˈriːrən] VERB trans geh

offerieren

offreren

offerieren

aanbieden

of·fen·ˈbar [ˈɔfn̩baːɐ̯, ɔfn̩ˈbaːɐ̯] ADJ

1. offenbar:

offenbar

blijkbaar

offenbar

klaarblijkelijk

offenbar

kennelijk

2. offenbar:

offenbar

duidelijk

offenbar

zichtbaar

ein offenbarer Gegensatz

een flagrante tegenstelling

of·fen·ˈba·ren¹ [ɔfn̩ˈbaːrən] VERB trans geh (erklären, enthüllen, erweisen, mitteilen)

offenbaren

openbaren

die Zeit wird es offenbaren

de tijd zal het duidelijk maken [o. leren]

Of·fen·ˈba·rung <Offenbarung, Offenbarungen> [ɔfn̩ˈbaːrʊŋ] SUBST f

Offenbarung

openbaring

Offenbarung

plotseling inzicht nt

ˈmerk·wür·dig ADJ

merkwürdig

merkwaardig

merkwürdig

opvallend

merkwürdig

eigenaardig