Übersetzungen für „steviger“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈstei·gern¹ [ˈʃt͜aigɐn] VERB trans

1. steigern:

steigern (erhöhen)

verhogen

steigern (erhöhen)

opvoeren

steigern (sich intensivieren)

vergroten

steigern (sich intensivieren)

vermeerderen

gesteigertes Interesse

toegenomen belangstelling

2. steigern (bei einer Auktion kaufen):

steigern

op een veiling kopen

steigern

mijnen

3. steigern LING:

steigern

trappen van vergelijking vormen

ˈPre·di·ger(in) <Predigers, Prediger> [ˈpreːdɪgɐ] SUBST m(f)

1. Prediger REL:

Prediger(in)

prediker(predikster) m (f)

Prediger(in)

predikant(predikante) m (f)

ein Prediger in der Wüste

een roepende in de woestijn

2. Prediger ugs (Verfechter):

Prediger(in)

voorvechter(voorvechtster) m (f)

ˈAuf·stei·ger SUBST m

1. Aufsteiger ugs (beruflich aufgestiegene Person):

Aufsteiger

iem die promotie gemaakt heeft

2. Aufsteiger SPORT (aufgestiegene Mannschaft):

Aufsteiger

promoverende [o. gepromoveerde] ploeg

ˈAus·stei·ger(in) SUBST m(f) (aus Gesellschaft, Beruf, Studium)

Aussteiger(in)

iem die zich van de maatschappij afgewend heeft [o. die niets meer van de maatschappij wil weten]

ˈDrei·ßi·ger <Dreißigers, Dreißiger> [ˈdr͜aisɪgɐ] SUBST m

1. Dreißiger:

Dreißiger

dertiger

Dreißiger

dertigjarige

2. Dreißiger:

Dreißiger

man tussen dertig en veertig

in den Dreißigern sein

in de dertig zijn

3. Dreißiger Pl:

Dreißiger

de jaren dertig

ˈBerg·stei·ger(in) SUBST m(f)

Bergsteiger(in)

bergbeklimmer(bergbeklimster) m (f)

Bergsteiger(in)

alpinist(alpiniste) m (f)

Ver·ˈtei·di·ger(in) <Verteidigers, Verteidiger> [-gɐ] SUBST m(f)

Verteidiger(in) SPORT, JUR

verdediger(verdedigster) m (f)