Übersetzungen für „beisseln“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

be·dis·se·len <bedisselde, h. bedisseld> [bədɪsələ(n)] VERB trans

bedisselen

≈ organisieren

bedisselen

regeln

ver·wis·se·len <verwisselde, h. verwisseld> [vərwɪsələ(n)] VERB trans

1. verwisselen (ten opzichte van elkaar wisselen):

verwisselen

austauschen

verwisselen

(aus)wechseln

een band verwisselen

einen Reifen wechseln

het tijdelijke met het eeuwige verwisselen

das Zeitliche segnen

van schoenen/eigenaar verwisselen

die Schuhe/den Besitzer wechseln

2. verwisselen:

verwisselen (verwarren)

verwechseln

verwisselen (bij vergissing meenemen)

vertauschen

ik had u met uw broer verwisseld

ich hatte Sie mit Ihrem Bruder verwechselt

wis·se·len³ <wisselde, h. gewisseld> [wɪsələ(n)] VERB trans (uitwisselen)

wisselen

(aus)tauschen

wisselen

(aus)wechseln

een blik wisselen met

einen Blick tauschen mit

van gedachten wisselen

Gedanken austauschen

af·wis·se·len <wisselde af, h. afgewisseld> [ɑfwɪsələ(n)] VERB trans

afwisselen

abwechseln

de ene regenbui wisselde de andere af

die Regenschauer wechselten (sich) ab

zijn studie afwisselen met vermaak

sein Studium mit Zerstreuungen abwechseln

om·wis·se·len² <wisselde om, h. omgewisseld> [ɔmwɪsələ(n)] VERB trans (ruilen)

omwisselen

(um)tauschen

omwisselen

wechseln

munten tegen bankpapier omwisselen

Münzen in [o. gegen] Scheine umtauschen

in·wis·se·len <wisselde in, h. ingewisseld> [ɪnwɪsələ(n)] VERB trans

inwisselen (valuta)

einwechseln

inwisselen (valuta)

umwechseln

inwisselen (waardepapieren)

einlösen

ver·wis·se·ling <verwisseling|en> [vərwɪsəlɪŋ] SUBST f

1. verwisseling:

verwisseling (het verwisselen, verwisseld worden: ten opzichte van elkaar)

Auswechs(e)lung f

verwisseling (het verwarren)

Verwechs(e)lung f

verwisseling (het bij vergissing meenemen)

Vertauschung f

2. verwisseling (verandering, ruil):

verwisseling

Wechsel m

verwisseling

Verwechs(e)lung f

wis·se·ling <wisseling|en> [wɪsəlɪŋ] SUBST f

wisseling

Wechsel m

bij de wisseling van het jaar

zum Jahreswechsel

een wisseling in het bestuur

ein Wechsel im Vorstand

in de wisseling der tijden

im Wandel der Zeiten

de wisseling van de wacht ook übtr

die Wachablösung