Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „bijspijkeren“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bij·spij·ke·ren <spijkerde bij, h. bijgespijkerd> [bɛispɛikərə(n)] VERB trans

1. bijspijkeren (op het vereiste niveau brengen):

bijspijkeren
bijspijkeren
bijspijkeren
zijn kennis bijspijkeren
een zwakke leerling bijspijkeren

2. bijspijkeren (goedmaken, zijn schade inhalen):

bijspijkeren
bijspijkeren

3. bijspijkeren (bijbetalen):

bijspijkeren
bijspijkeren

Beispielsätze für bijspijkeren

een zwakke leerling bijspijkeren
zijn kennis bijspijkeren

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski