Übersetzungen für „broschiert“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bron·chi·ën [brɔŋxijə(n)] SUBST Pl

bronchiën

Bronchien Pl

bron·chi·tis [brɔŋxitəs] SUBST f geen Pl

bronchitis

Bronchitis f

de acute bronchitis

der Bronchialkatarr(h)

ver·schiet [vərsxit]

1. verschiet (verte, horizon):

verschiet

Ferne f

verschiet

Horizont m

2. verschiet (perspectief):

verschiet

Perspektive f

3. verschiet (toekomst):

verschiet

Perspektive f

er ligt voor haar iets moois in het verschiet

sie hat etw Schönes in Aussicht

bro·che <broche|s> [brɔʃ] SUBST f

broche

Brosche f

broche (langwerpig)

Schmucknadel f

broche (langwerpig)

Anstecknadel f

bros·sen <broste, h. gebrost> [brɔsə(n)] VERB intr belg

brossen

schwänzen ugs

broei·e·rig <broeierige, broeieriger, broeierigst> [brujərəx] ADJ

broeierig

schwül

broeierig ugs

brütend heiß

mis·schien [mɪsxin] ADV

misschien

vielleicht

misschien (soms, ook)

etwa

misschien (soms, ook)

möglicherweise

dacht u misschien, dat …?

haben Sie etwa gedacht, dass …?

misschien dat hij u helpen kan

möglicherweise [o. vielleicht] kann er Ihnen helfen

broer <broer|s> [brur] SUBST m

broer

Bruder m

broer en zus

das Geschwisterpaar

broers en zussen

die Geschwister