Übersetzungen für „fettiges“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

wet·ti·gen <wettigde, h. gewettigd> [wɛtəɣə(n)] VERB trans

1. wettigen:

wettigen (wettig maken: een kind)

legitimieren

wettigen (wettig maken: een akte)

für echt erklären

2. wettigen (rechtvaardigen):

wettigen

rechtfertigen

dat is door het gebruik gewettigd

der Brauch rechtfertigt das

dat wettigt de veronderstelling dat

das berechtigt zu der Annahme, dass

nut·ti·gen <nuttigde, h. genuttigd> [nʏtəɣə(n)] VERB trans

nuttigen

zu sich Dat nehmen

nuttigen

verzehren

vet·tig [vɛtəx] ADJ

vettig

fettig

vettig

speckig

een vettige huid

eine fettige Haut

een vettige kraag

ein speckiger Kragen

wet·tig [wɛtəx] ADJ

wettig

gesetzlich

wettig

gesetzmäßig

wettig

legal

wettig

legitim

wettig afwezig

aus triftigen Gründen abwesend

een wettig betaalmiddel/bewijs

ein gesetzliches Zahlungsmittel/ein rechtsgültiger Beweis

de wettige eigenaar

der rechtmäßige Eigentümer

wettig getrouwd

rechtmäßig verheiratet

een wettig huwelijk

eine rechtsgültige Ehe

een wettig kind

ein eheliches Kind

de wettige overheid

die legitime Obrigkeit

wettige verdediging

(gerechte) Notwehr

een wettig vonnis

ein rechtsgültiges Urteil

niet helemaal wettig zijn

etw außerhalb der Legalität liegen

vet·tig·heid [vɛtəxhɛit] SUBST f geen Pl

1. vettigheid (het vettig zijn):

vettigheid

Fettigkeit f

2. vettigheid (rijkdom, gehalte aan vet):

vettigheid

Fettheit f