Niederländisch » Deutsch

ge·denk·te·ken <gedenkteken|s, gedenkteken|en> [ɣədɛŋktekə(n)] SUBST nt

ge·den·ken2 <gedacht, h. gedacht> [ɣədɛŋkə(n)] VERB intr (niet vergeten)

edel·steen <edel|stenen> [edəlsten] SUBST m

hoek·steen <hoek|stenen> [huksten] SUBST m

1. hoeksteen (steen op een hoek):

ge·denk·jaar <gedenk|jaren> [ɣədɛŋkjar] SUBST nt

kalk·steen [kɑlksten] SUBST nt of m geen Pl

kei·steen <kei|stenen> [kɛɪsten] SUBST m

lei·steen [lɛisten] SUBST nt of m geen Pl

gal·steen <gal|stenen> [ɣɑlsten] SUBST m

ge·denk·schrift <gedenkschrift|en> [ɣədɛŋksxrɪft] SUBST nt

1. gedenkschrift (memoires m.b.t. een belangrijke gebeurtenis):

ge·de·por·teer·de <gedeporteerde|n> [ɣədepɔrterdə] SUBST m en f

half·edel·steen <halfedel|stenen> [hɑlfedəlsten] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski