Niederländisch » Deutsch

run·der·lap <runderlap|pen> [rʏndərlɑp] SUBST m

in·der·haast [ɪndərhast] ADV

on·der·hand [ɔndərhɑnt] ADV (intussen)

en·ter·haak <enter|haken> [ɛntərhak] SUBST m

rund·vlees [rʏntfles] SUBST nt geen Pl

beun·haas <beun|hazen> [bønhas] SUBST m

1. beunhaas (onbevoegde):

2. beunhaas (zwartwerker):

os·sen·haas <ossen|hazen> [ɔsə(n)has] SUBST m

weer·haak <weer|haken> [werhak] SUBST m

weer·haan <weer|hanen> [werhan] SUBST m

1. weerhaan (windwijzer):

2. weerhaan (persoon):

strip·ver·haal <stripver|halen> [strɪpfərhal] SUBST nt


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski