Niederländisch » Deutsch

vee·teelt [vetelt] SUBST f geen Pl

wijn·teelt [wɛintelt] SUBST f geen Pl

in·teelt [ɪntelt] SUBST f geen Pl

ver·eelt ADJ

1. vereelt (tot eelt geworden):

2. vereelt übtr:

scha·pen·teelt [sxapə(n)telt] SUBST f geen Pl

sier·plant <sierplant|en> [sirplɑnt] SUBST f

hier·te·gen [hirteɣə(n)] ADV


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski