Übersetzungen für „stof“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

stof¹ <stof|fen> [stɔf] SUBST f (substantie; weefsel; onderwerp)

stof

Stoff m

de droge stof

die Trockensubstanz

de droge stof

die Trockenmasse

katoenen stof

Baumwollstoff m

schadelijke/giftige stof

Schad-/Giftstoff m

kort van stof zijn

kurz angebunden sein

lang van stof zijn

weitschweifig [o. langatmig] sein

de verplichte stof voor een examen

der Pflichtstoff für ein Examen

stof² [stɔf] SUBST nt geen Pl (stuivende materie)

stof

Staub m

stof afnemen

Staub wischen

veel stof doen opwaaien übtr

viel Staub aufwirbeln

in het stof bijten

fallen

in het stof bijten

stürzen

in het stof bijten (sneuvelen)

fallen

(voor iem) in het stof kruipen übtr

(vor jdm) im Staub kriechen

stof van meel/goud

Mehl-/Goldstaub m

onder het stof

staubbedeckt

onder het stof

verstaubt

wolken stof

Staubwolken Pl

Beispielsätze für stof

gewatteerde stof

wattierte(r) Stoff m

katoenen stof

Baumwollstoff m

stof afnemen

Staub wischen

wolken stof

Staubwolken Pl

stof happen

Staub schlucken

deze stof vouwt gemakkelijk

dieser Stoff faltet sich leicht

die stof pluist erg

dieser Stoff fusselt sehr

kort van stof zijn

kurz angebunden sein

in het stof bijten

fallen

veel stof doen opwaaien übtr

viel Staub aufwirbeln

een lap stof verknippen

ein Stück Stoff verschneiden

een scheikundige stof splitsen

einen chemischen Stoff zerlegen [o. spalten]

lang van stof zijn

weitschweifig [o. langatmig] sein

een vaste stof

ein fester Stoff

een duurzame stof

ein dauerhafter Stoff

de schadelijke stof

der Schadstoff