Niederländisch » Deutsch

ver·vol·gen <vervolgde, h. vervolgd> [vərvɔlɣə(n)] VERB trans

1. vervolgen (verder volgen):

4. vervolgen (aanklagen):

ver·voe·gen1 <vervoegde zich, h. zich vervoegd> [vərvuɣə(n)] VERB wk ww

vervoegen zich vervoegen (zich begeven naar):

ver·vluch·ti·gen <vervluchtigde, i. vervluchtigd> [vərvlʏxtəɣə(n)] VERB intr

ver·vol·ger <vervolger|s> [vərvɔlɣər] SUBST m

vol·le·dig <volledige, vollediger, volledigst> [vɔledəx] ADJ

2. volledig (alle beschikbare tijd, ruimte vullend):

voll-

3. volledig (volkomen):

ver·volg·se·rie <vervolgserie|s> [vərvɔləxseri] SUBST f

ver·vol·ma·ken <vervolmaakte, h. vervolmaakt> [vərvɔlmakə(n)] VERB trans

be·le·di·gen <beledigde, h. beledigd> [bəledəɣə(n)] VERB trans

ver·vier·vou·di·gen <verviervoudigde, h. verviervoudigd> [vərvirvɑudəɣə(n)] VERB trans


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski