Niederländisch » Deutsch

eer·waar·de <eerwaarde|n> [erwardə] SUBST m

be·jaar·de <bejaarde|n> [bəjardə] SUBST m en f

meer·waar·de [merwardə] SUBST f geen Pl

over·waar·de [ovərwardə] SUBST f geen Pl

blad·aar·de [blɑtardə] SUBST f geen Pl

teel·aar·de [telardə] SUBST f geen Pl

1. teelaarde (teelgrond):

2. teelaarde (humus):

Humus m

ei·gen·waar·de [ɛiɣə(n)wardə] SUBST f geen Pl

grens·waar·de <grenswaarde|n> [ɣrɛnswardə] SUBST f

te·gen·waar·de [teɣə(n)wardə] SUBST f geen Pl

ge·voels·waar·de <gevoelswaarde|n> [ɣəvulswardə] SUBST f

voor·waar·de <voorwaarde|n> [vorwardə] SUBST f

2. voorwaarde (factor die iets mogelijk maakt):

dier·gaar·de SUBST f

diergaarde → dierentuin

Siehe auch: dierentuin

die·ren·tuin <dierentuin|en> [dirə(n)tœyn] SUBST m

vol·waar·dig [vɔlwardəx] ADJ

in·ruil·waar·de <inruilwaarde|n> [ɪnrœylwardə] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski