Übersetzungen für „erintuimelen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈein·spie·len² VERB refl

1. einspielen SPORT:

einspielen

zich inspelen

2. einspielen (sich regeln):

einspielen

inburgeren

3. einspielen:

einspielen (sich einstellen auf)

zich instellen op

einspielen (sich aneinander gewöhnen)

inspelen op

4. einspielen (Messgerät):

einspielen

blijven staan

einspielen

aangeven

er·ˈzie·len [-ˈ͜tsiːlən] VERB trans (erreichen)

erzielen

behalen

erzielen

bereiken

Erfolge erzielen

successen behalen [o. boeken]

Wirkung erzielen

effect bereiken [o. sorteren]

ˈhin·zie·len VERB intr übtr

hinzielen (zum Ziel haben)

mikken (op)

hinzielen (auf etw gerichtet sein)

(erop) zinspelen

worauf zielt diese Bemerkung hin?

waarop doelt deze opmerking?

er·ˈin·nern¹ [ɛɐ̯ˈʔɪnɐn] VERB trans

1. erinnern (denken lassen):

erinnern

herinneren (aan)

diese Frau erinnert mich an meine Mutter

deze vrouw doet mij aan mijn moeder denken

2. erinnern regional (sich entsinnen):

erinnern

zich herinneren

ˈan·spie·len¹ VERB intr

1. anspielen (etw andeuten):

anspielen

een toespeling maken

anspielen

zinspelen

auf ein Ereignis anspielen

op een gebeurtenis zinspelen [o. alluderen]

2. anspielen SPORT (beginnen):

anspielen

aanspelen

anspielen

beginnen te spelen

wer spielt an? KARTEN

wie komt (er) uit?

ver·ˈspie·len¹ VERB intr (eine Niederlage erleiden)

verspielen

een nederlaag lijden

verspielen

verliezen

bei jdm verspielt haben

het bij iem verbruid [o. verkorven] hebben