Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „slechthorendheid“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

slecht·ho·rend: Adjektiv und Adverb
al·we·tend·heid: Nomen
mee·do·gend·heid: Nomen
plech·tig·heid: Nomen
slech·ten: Verb
be·kend·heid: Nomen
mo·gend·heid: Nomen
on·we·tend·heid: Nomen
mens·lie·vend·heid: Nomen
wel·spre·kend·heid: Nomen
wel·wil·lend·heid: Nomen
voor·ko·mend·heid: Nomen
hecht·heid: Nomen
ge·zond·heid: Nomen
licht·heid: Nomen
echtheid: Nomen

Meintest du vielleicht: slechthorend , plechtigheid , meedogendheid , alwetendheid , lichtheid , gezondheid , hechtheid , echtheid , voorkomendheid , welwillendheid , welsprekendheid , menslievendheid , onwetendheid , mogendheid , bekendheid und slechten

slecht·ho·rend [slɛxthorənt] ADJ

slechthorend

slechthorend

(ge)hörgeschädigt

al·we·tend·heid [ɑlwetənthɛɪt] SUBST f geen Pl

alwetendheid

Allwissenheit f

mee·do·gend·heid SUBST f

meedogendheid → medelijden

Siehe auch: medelijden

me·de·lij·den [medəlɛidə(n)] SUBST nt geen Pl

Mitleid nt

Erbarmen nt

heb medelijden

hab doch Mitleid

vol/zonder medelijden

mitleid(s)voll/mitleid(s)los

plech·tig·heid <plechtig|heden> [plɛxtəxhɛit] SUBST f

slech·ten <slechtte, h. geslecht> [slɛxtə(n)] VERB trans

1. slechten (vlak maken):

ebnen

wegen slechten

Wege ebnen [o. planieren]

2. slechten (slopen):

slechten mil.

een huis slechten

ein Haus niederreißen

de wallen slechten

die Wälle schleifen

3. slechten (doen verdwijnen):

een heuvel slechten

einen Hügel abtragen

molshopen slechten

Maulwurfshügel einebnen

be·kend·heid [bəkɛnthɛit] SUBST f geen Pl

1. bekendheid (het bekend zijn met):

Bekanntschaft f

de bekendheid met

bekendheid met de wet

Kenntnis des Gesetzes

bekendheid met tekstverwerkende apparatuur

Kenntnisse auf dem Gebiet der Textverarbeitung

2. bekendheid (het gekend worden):

bekendheid geven aan iets

etw publik machen

bekendheid krijgen

mo·gend·heid <mogend|heden> [moɣənthɛit] SUBST f

Macht f

de grote mogendheden

die Großmächte Pl

de nucleaire mogendheden

die Atommächte Pl

on·we·tend·heid [ɔnwetənthɛit] SUBST f geen Pl

1. onwetendheid (onbekendheid met iem, iets):

onwetendheid

onwetendheid

hij heeft dat in zijn onwetendheid gedaan

das hat er aus Unwissenheit getan

uit [o. door ] onwetendheid

aus Unwissenheit

uit [o. door ] onwetendheid

2. onwetendheid (onkunde):

onwetendheid

mens·lie·vend·heid [mɛnslivənthɛit] SUBST f geen Pl

menslievendheid

Menschenliebe f

wel·spre·kend·heid [wɛlsprekənthɛɪt] SUBST f geen Pl

1. welsprekendheid (het welsprekend zijn):

welsprekendheid

Redegewandtheit f

welsprekendheid

2. welsprekendheid KUNST:

welsprekendheid

3. welsprekendheid form (leer):

welsprekendheid

wel·wil·lend·heid <welwillend|heden> [wɛlwɪlənthɛɪt] SUBST f

1. welwillendheid (gezindheid):

welwillendheid

welwillendheid form

met welwillendheid

met welwillendheid

entgegenkommend

uit welwillendheid

aus Gefälligkeit

2. welwillendheid:

welwillendheid (daad)

Freundlichkeit f

welwillendheid (dienstbewijs)

Gefälligkeit f

voor·ko·mend·heid [vorkomənthɛit] SUBST f geen Pl

voorkomendheid

Zuvorkommenheit f

voorkomendheid

Verbindlichkeit f

hecht·heid <hecht|heden> [hɛxthɛɪt] SUBST f

1. hechtheid (stevigheid):

de hechtheid van een constructie

die Stabilität einer Konstruktion

2. hechtheid übtr:

Unverbrüchlichkeit f liter

de hechtheid van het verbond

die Unverbrüchlichkeit des Bündnisses liter

ge·zond·heid¹ [ɣəzɔnthɛit] SUBST f geen Pl

1. gezondheid (toestand van optimaal welzijn):

Wohlbefinden nt

blaken van gezondheid

vor Gesundheit strotzen

(op) iems gezondheid drinken

auf jds Wohl trinken

in goede gezondheid

bei guter Gesundheit

op uw gezondheid!

goed voor de gezondheid

der Gesundheit förderlich

2. gezondheid:

gezondheid (lichaamsgesteldheid)

gezondheid (als toestand)

Gesundheitszustand m

een goede gezondheid genieten

sich einer guten Gesundheit erfreuen

sukkelen met de gezondheid

licht·heid <lichtheden> [lɪxthɛɪt] SUBST f

1. lichtheid (geringe zwaarte):

2. lichtheid (licht gevoel):

Gefühl nt der Schwerelosigkeit

echtheid SUBST

Benutzereintrag

Unverfälschtheit f

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski