Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „NOS-journaal“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

jour·naal: Nomen
no·mi·naal: Adjektiv und Adverb
com·mu·naal: Adjektiv und Adverb
hor·mo·naal: Adjektiv und Adverb
na·ti·o·naal: Adjektiv und Adverb

Meintest du vielleicht: journaal , nationaal , hormonaal , communaal und nominaal

jour·naal <jour|nalen> [ʒurnal] SUBST nt

1. journaal:

journaal (nieuws en actualiteiten) RADIO, TV

journaal (bioscoop)

2. journaal (dagboek):

Tagebuch nt

3. journaal (boek met reisaantekeningen):

Tagebuch nt

journaal scheepv.

Journal nt

journaal scheepv.

Schiffstagebuch nt

4. journaal (boekhoudkundige administratie):

Journal nt

Tagebuch nt

no·mi·naal [nominal] ADJ

Nominal-

het nominale inkomen

das Nominaleinkommen

de nominale waarde

der Nominalwert

de nominale waarde

het nominaal vermogen techn.

die Nennleistung

com·mu·naal [kɔmynal] ADJ

1. communaal (gemeenschappelijk):

2. communaal (lokaal):

Gemeinde-

hor·mo·naal [hɔrmonal] ADJ

na·ti·o·naal [na(t)ʃonal, nɑsjonal] ADJ

1. nationaal (volks-):

National-

Landes-

Volks-

de nationale klederdracht

die Nationaltracht

de nationale klederdracht

die Landestracht

2. nationaal (staats-):

National-

Staats-

Bundes- BRD A

de nationale Bank

die Nationalbank

de nationale Bank

die Bundesbank BRD

de nationale economie

die Volkswirtschaft

de nationale feestdag

der Nationalfeiertag

de nationale kleur

die Landesfarben Pl

de nationale kleur

die Bundesfarben Pl BRD

internationaal recht gaat voor nationaal recht

Völkerrecht bricht Landesrecht

de nationale vlag

die Nationalflagge

3. nationaal (m.b.t. een natie als geheel):

National-

Landes-

Bundes- BRD A

het nationaal elftal

die Nationalelf

een nationaal gebruik

eine Landessitte

het nationaal inkomen

das Volkseinkommen

een nationale minderheid

eine Volksgruppe

het nationaal product econ.

das Sozialprodukt

4. nationaal (vaderlandslievend):

de nationale aard

der Nationalcharakter

een nationale gezindheid

eine vaterländische Gesinnung

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski