Übersetzungen für „aangenaam“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

aan·ge·naam <aangename, aangenamer, aangenaamst> [aŋɣənam] ADJ

aangenaam

angenehm

aangenaam kennis met u te maken

(es) freut mich, Sie kennenzulernen

Beispielsätze für aangenaam

een aangenaam stemgeluid

eine Stimme mit einem angenehmen Klang

aangenaam kennis met u te maken

(es) freut mich, Sie kennenzulernen

niet alleen aangenaam, maar ook nuttig

nicht nur angenehm, sondern auch nützlich

aangenaam/lastig in de omgang zijn

angenehm/schwierig im Umgang sein